In ons artikel van 1 april 2020 (voorlopig enkel in het Frans) legden we uit dat de ondernemers-loontrekkenden die in het kader van een contract van heel beperkte duur aangeworven waren, uitgesloten waren van de maatregel inzake tijdelijke werkloosheid.
Tijdelijke werkloosheid wegens overmacht impliceert immers dat de uitvoering van een arbeidsovereenkomst wordt opgeschort. Kortom, er moet sprake zijn van een begin van uitvoering, een opschorting van die uitvoering door een geval van overmacht, en ten slotte een herneming van de uitvoering van de overeenkomst zodra de gebeurtenis die tot de overmacht leidde, voorbij is.
Alleen is dat nooit het geval bij contracten van heel beperkte duur, want als er zich een geval van overmacht voordoet, wordt de overeenkomst simpelweg geannuleerd of verbroken omdat de prestatie niet meer kan worden uitgevoerd. We spreken hier dus niet over een opschorting van de uitvoering, maar over een verbreking (of annulering) van de arbeidsovereenkomst.
De RVA bevestigde die analyse in de FAQ op haar website, die geregeld aangepast worden.
Intussen is deze FAQ dus als volgt aangepast:
Kunnen de werkgevers die evenementen annuleren hun werknemers tijdelijk werkloosstellen?
Ja. Het gaat wel enkel om werknemers die al in dienst zijn. Wanneer een arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader van een nog te organiseren evenement, dat met andere woorden slechts in de toekomst zou aanvatten, kan de werkgever de arbeidsovereenkomst eventueel verbreken. Indien de arbeidsovereenkomst toch niet wordt verbroken, ook al is de uitvoering ervan definitief onmogelijk geworden, heeft de minister van Werk op 1 april 2020 beslist dat het mogelijk is om die te schorsen en om tijdelijke werkloosheidsuitkeringen te genieten ten laste van de RVA. Opgelet! Indien de arbeidsovereenkomst wordt afgesloten op een ogenblik waarop er al twijfel bestaat in hoeverre het evenement nog zal kunnen doorgaan, kan geen tijdelijke werkloosheid worden toegekend. Aan de partijen wordt gevraagd te goeder trouw te zijn en geen arbeidsovereenkomsten te antidateren. De RVA zal hierop controle uitoefenen. Een Dimona-aangifte verricht op een tijdstip vóór 13 maart 2020 kan bijvoorbeeld gelden als een bewijs van goede trouw. Het is ook aangewezen dat documenten die de goede trouw kunnen aantonen, worden bijgehouden (bv. al gedrukte programmaboekjes of e-mailverkeer).
Het lijkt er dus wel op dat de maatregel voor tijdelijke werkloosheid kan worden toegepast voor de prestaties waarvan we kunnen aantonen dat ze voorzien waren (omdat het contract vóór 13 maart 2020 in ons systeem werd aangegeven), maar die intussen geannuleerd werden omwille van de coronacrisis (met behoud van het contract in omloop in ons systeem).
We zijn verheugd te mogen vaststellen dat er voor de contracten van erg beperkte duur en dus voor onze ondernemers-loontrekkenden eindelijk iets verandert, ook al blijven er veel vragen rijzen.
De teams van Smart hebben het antwoord van de RVA geanalyseerd en stellen vast dat de maatregel in een bepaald aantal gevallen van toepassing is voor onze ondernemers-loontrekkenden.
Houd zeker de pagina’s van de gedeelde onderneming en het Coronaplan in het oog voor meer details over de operationele uitvoering.